Op de Oirschotse Heide is er geen gebrek aan zand!
Maar juist de combinatie zand, kleine grassen zoals schapen- en struisgras met daartussen open plekjes zijn er niet heel veel. Dat zijn juist de plekken waar soorten van profiteren zoals de blauwvleugelsprinkhaan en heivlinder.
De blauwvleugelsprinkhaan gebruikt het open zand om ‘s ochtends snel op te kunnen warmen en eet van de grassen en het zandblauwtje (plant). De blauwvleugelsprinkhaan zet de eitjes af in de grond. In het voorjaar komen de onvolwassen exemplaren tevoorschijn en zullen nog 5 tot 6 maal vervellen voor ze volwassen zijn.
De heivlinder zet de eitjes af aan de rand van kleine open stukjes waar grassen groeien zoals schapen- en struisgras. De heivlinder drinkt nectar van de bloeiende struikhei maar snoept ook van bloedende bomen zoals berkenbomen. Het sap bevat xylitol een natuurlijk suiker.
Als je kijkt naar de kleuren van de blauwvleugelsprinkhaan en heivlinder dan zie je dat ze perfect aangepast zijn qua schutkleuren op het leefgebied.
Ze vallen amper op als ze stil zitten. Pas als ze opvliegen zie je bij de blauwvleugelsprinkhaan de blauwe vleugels en bij de heivlinder de oranje gedeeltes van de vleugels.